zaterdag 26 maart 2011

Bloed aan je handen?

(Na een erg lange stilte, een nieuwe serie)

Praat je met een man die de dood van een honderdtal burgers en strijders op z’n naam heeft? Neem je thee aan van de leider van een militie die tientallen dorpen in zijn greep houdt? Is de familie die miljoenen dollars heeft verdient aan corruptie en het leed van mede-Afghanen een gesprekspartner?

Liever niet, maar het antwoord is altijd ‘ja’. Terwijl ik in het westen van Afghanistan nog goed afstand kon houden van de ‘zwarte zijde’, is het onmogelijk om mijn werk in Kandahar, Uruzgan, Zabul en Daykundi te doen zonder vriendelijk te lachen om de grapjes van mannen die in iedere andere situatie al lang in de Scheveningse gevangenis hadden gezeten.

De kleine voorbeelden zijn de lokale ‘strongmen’ die ervoor kunnen zorgen dat mijn staf wel of niet een gebied in kunnen. Deze mannen hebben in de afgelopen 30 jaar aan verschillende kanten gevochten en niet altijd op de meest smaakvolle manier. Je weet dat de jongeman waarmee je samenwerkt van een familie is, die tot een jaar geleden tegenstanders langzaam vermoorde door ze te wurgen met in glas bedekt vliegertouw en dat hij daarbij betrokken was...maar vandaag zorgt hij ervoor dat we incident-onderzoek kunnen doen in een dorp waar al twee jaar niemand meer is geweest.

één van de interessanste mensen om mee te werken voor mij als Nederlander is de machtigste man van Uruzgan, Matiullah Khan: warlord en Pontius Pilatus in één. Het Nederlandse leger heeft genoeg van doen gehad met deze man (lees werk van journalisten Joeri Boom en Bette Dam) en dit is zeker geen kater om zonder handschoenen aan te pakken. Dat doe ik dan ook niet, sterker nog we aaien hem. Hij beschermt mijn konvooi, kantoor en staf tegen Taliban en andere machthebbers. Meest recentelijk nog tegen het hoofd van Uruzgan’s Provinciale Raad, Amanullah Hotaki die een groep door ons geholpen burgers heeft bestolen van hun hulpgoederen en mijn coordinator voor Uruzgan van de straat geplukt voor ondervraging.

Naar eigen zeggen zou Hotaki de hulgoederen eerlijk herverdelen, precies wat Matiullah Khan ook zegt te doen met de miljoenen dollars die hij heeft ‘verdient’ aan ontwikkelingsprojecten en milities...Natuurlijk werk ik tegelijkertijd ook samen met Hotaki, het is onmogelijk om dat niet te doen in Uruzgan. De belangrijkste afweging is eigenlijk niet of iemand een oorlogsmisdadiger is, maar of we hem verder legitimeren door samen te werken...en of dat nou per se slecht of goed is voor de toekomst van Afghanistan.

Ik gebruik een man met meer bloed aan z’n handen dan mij lief is, maar het bloed aan de handen van andere machthebbers doet niet onder voor dat aan de zijne. Je zal moeten kiezen, of niets doen.


(de volgende keer: lessen in corruptie)